Column Job de Swart - 1/15/2004 11:00 am - Perswijn
Achtergrond & Interviews

Column Job de Swart – 1/15/2004 11:00 am

Het miezert in Davis, terwijl ik trots naast mijn nieuw verkregen geel-groene tweewieler sta te wachten op de bevoegde ambtenaar die hem komt inspecteren. Het zijn drukke dagen voor de mensen van de administratie van University of California Davis (UCD). In het begin van het kwartaal loopt het storm met studenten die zich moeten aanmelden voor het een of ander. Het is niet bepaald de eerste keer dat ik een half uur op mijn beurt moet wachten, maar nu is het buiten in de regen. Hoe gek het ook mag klinken in de oren van de fietsgrage Nederlander, ik ben hier voor mijn fietsbewijs. Ja, u leest het goed. Elke nieuwe eigenaar van een fiets die ermee over de campus wil rijden, dient deze te laten registreren in verband met eventuele diefstal. De vriendelijke inspecteur is intussen tevredengesteld met het uiterlijk van mijn stalen ros en voorziet het bovenstuk van het frame van een felrode sticker. Lichtelijk teleurgesteld na het verkrijgen van slechts een genummerde sticker, vraag ik of ik ook nog een rijvaardigheidsproef moet doen. De man kijkt mij vervolgens verbijsterd aan: “No sir, that’s it”.
 
Na dit akkefietje begeef ik mij op mijn geregistreerde mountainbike naar mijn eerste wijnles. Tussentijds kijk ik nog een aantal keren op de kaart van Davis die mij de weg moet wijzen naar de wijnbouwfaculteit. Dat is ver buiten het dorp, maar bevindt zich nog steeds op het campusterrein. Het zijn lange rechte wegen, aan beide kanten beschut door mooie grote olijfbomen, die leiden naar iets dat lijkt op een wirwar van schuren en stallen. Op het bordje bij de ingang van het door hekwerk afgezette terrein lees ik: “Viticulture & Enology Fieldhouse”. Na mijn fiets tegen een stevige olijboom geparkeerd te hebben, loop ik het leslokaal binnen. Ik zoek een plaats vooraan in de klas. Nieuwsgierig kijk ik om mij heen. Voor mij zie ik een groot groenen krijtbord en aan beide zijden van het lokaal zijn de muren behangen met enkele geografische kaarten op posterformaat die bekende wijnstreken van de wereld in reliëf weergeven. Mijn 24 klasgenoten zijn van verschillende leeftijd, sommige van hen schat ik zelfs rond de 40 jaar. Deze afspiegeling van studenten oenologie doet mij even herinneren aan mijn vinologenklas van het jaar 2003(B). Ik raak binnen korte tijd in gesprek met mijn lange, hoogblonde buurman, die praat met een licht Duits accent. Ik ben zo brutaal om hem te vragen naar zijn afkomst, hij blijkt van Duitse origine te zijn. Hij vertelt dat de groep studenten uit een heel divers gezelschap bestaat. Er studeren Duitsers, Engelsen, Fransen, Canadezen en vanaf nu dus ook een Nederlander. Ons gesprek wordt verstoord door een mannelijk persoon die stuntelig het lokaal binnenstormt en meteen losbarst in een waterval van woorden. “My name is Mr. Walker, but you may call me Andy”. De les is begonnen, dit moet de professor zijn.
 
De man met snor van middelbare leeftijd begint ijverig met het uitdelen van de lesstof voor vandaag. Het wijnvak dat ik de komende 10 weken zal gaan volgen, heeft de titel “Viticulture practises 2”. Aangezien dit natuurlijk een vrij brede benaming is voor een wijnvak, wordt gedurende dit blok de nadruk gelegd op de verschillende wijzen van wijnstokgeleiding in combinatie met het onderhouden en snoeien van wijnranken. Elke les duurt vier uur en bestaat uit een theoretisch en een laboratorisch gedeelte in de verhouding 1 staat tot 3. De professor deelt ons mee dat de opzet van het vak en de bepaling van het eindcijfer bestaat uit drie delen. Het eerste gedeelte omvat een bezoek aan een beurs voor wijnbouwmateriaal in Sacramento. Het is de bedoeling dat de studenten gezamenlijk een database samenstellen waarin alle informatie omtrent materialen die worden gebruikt in de wijngaard is samengebracht. Het tweede gedeelte bestaat uit een praktijkexamen waarin ieders snoeitechniek wordt beoordeeld. Dit vindt vanzelfsprekend plaats in de wijngaarden van UCD. Voor het laatste gedeelte worden studenten tweemaal tussentijds getest op hun theoretische kennis. Na deze korte inleiding van het vak worden we voorgesteld aan onze klassenassistent, Kristin Lowe. Zij is een voormalig student van UCD, maar nu als assistent in opleiding aan UCD verbonden en doet tegelijkertijd onderzoek om haar Ph.D. te halen. De informele manier van lesgeven, de professor kent bijvoorbeeld de naam van vrijwel iedere student, en de openheid van mijn medestudenten geven mij al meteen een prettig gevoel. Na deze eerste wijnles ter introductie van het blok fiets ik terug naar huis. Al dromend over alles wat nog komen gaat, moet ik plotseling vol in de remmen. Ik beland bijna in een grote bos takken. De inwoners van Davis hebben de gewoonte om al hun tuinafval midden op het fietspad te gooien, waarna het uiteindelijk wordt opgehaald door de locale schoonmaakdienst. Het wordt mij dan ook in één keer duidelijk waarom een practische toets bij het fietsbewijs geen kwaad zou kunnen.

 
Voor meer informatie omtrent de beurs “Unified Meeting” in Sacramento:
 http://www.unifiedsymposium.org/

 
Verwijzing naar meest belangrijke lesstof:
Coombe, B.G. and P.R. Dry. (1992). Viticulture Volume 2 Practices. Winetitles.
Adelaide, Australia. Pp. 384. ISBN: 1-875-13001-2.
Winkler, A.J., J. Cook, W. Kliewer, L. Lider. (1974). General Viticulture. University of
California Press. Berkeley and Los Angeles, California. Pp. 710.
ISBN 0-520-02591-1

Reageer op dit item

nl Nederlands